De kleine zwaan: 5% van de wereldpopulatie overwintert in de Lithse Polder
In de herfst komen de kleine zwanen vanuit hun broedgebieden in het hoge noorden weer terug naar Nederland. Ergens in oktober verschijnen ze voor het eerst in het Lauwersmeer, in de Lithse polders zien we ze meestal vanaf november.
De kleine zwaan is de kleinste soort. In groepen zwanen vallen ze op omdat ze een stuk kleiner zijn dan de knobbelzwaan. Zeker als ze in gemengde groepen zitten is het verschil in grootte opvallend. Met een verrekijker kun je ook goed zien dat ze een geel-zwarte snavel hebben. Dat geel is bij iedere kleine zwaan verschillend: het is zijn unieke ‘vingerafdruk’.
Dat kleine zwanen in onze polders voorkomen is best bijzonder. De kleine zwaan is een op wereldschaal bedreigde soort: er zijn nog maar ongeveer 20.000 exemplaren. In onze polders leeft de kleine zwaan van oogstresten en gras; schade richten ze nauwelijks aan. Mocht er toch schade optreden dan wordt die vergoed door een tegemoetkomingsregeling aan te vragen bij BIJ12. Verjaging is bij deze soort verboden.
Inmiddels weten we heel veel over de kleine zwaan. In het verleden werden ze geringd met een grote gekleurde halsring met unieke nummercombinaties. Vogelliefhebbers konden de cijfers op de ring aflezen en doorgeven. Tegenwoordig worden satellietzenders gebruikt en zijn al hun bewegingen nauwkeurig te volgen. In december 2009 zijn daarvoor in de Lithse Polder acht kleine zwanen met zo’n zender uitgerust.
In de polders rond Oss worden er jaarlijks grote groepen van meer dan 400 kleine zwanen geteld. In topjaren zitten er soms verspreid over meerdere groepen meer dan 1000 exemplaren. Moet je voorstellen: dat is 5% van de wereldpopulatie! De laatste jaren zijn het er wat minder, waarschijnlijk omdat er nu weer volop kranswieren in het IJselmeergebied voor komen. De kleine zwanen eten daarvan de voedselrijke knolletjes af. Ook blijven ze in zachte winters meer in Duitsland en Denemarken hangen. Maar de Lithse blijft van groot belang voor deze mooie soort.