Voldoende plas-drasgebieden belangrijk voor de zomertaling
In de polders rond Oss zijn een aantal weilanden met vrijwillige medewerking van de boeren ingericht als plas-drasgebieden. Een vijftal maanden in het jaar staat daar dan ondiep water op, waar weidevogels en overwinterende vogels van kunnen profiteren. De coördinatie van deze activiteiten ligt bij Brabants Landschap. Een van de vogels die van dergelijke plas-drasgebieden profiteert is de zomertaling.
De zomertaling
De zomertaling is een van de mooiste broedvogels in de regio. Vooral het mannetje met zijn paarsbruine kop en zeer opvallende oogstreep. Bij eenden zijn vrouwtjes altijd minder opvallend, omdat die op de bodem broeden en dus juist niet moeten opvallen. Dit kleine eendje overwintert in de Sahel en keert vanaf half maart terug. Als broedvogel in natte graslanden, met ruige slootkanten en ondiepe slootjes, heeft de soort het moeilijk. Ze broeden in dichte kruidenvegetatie of in een graspol. Zijn voedsel bestaat uit allerlei plantaardig en dierlijk materiaal, dat op of net onder de waterspiegel wordt verzameld.
In 1920 de meest voorkomende broedvogel
Rond 1920 was de zomertaling een zeer algemene broedvogel en zelfs de meest voorkomende broedende eend in natte graslanden. In de Beerse Overlaet moet de zomertaling heel gewoon geweest zijn, tegenwoordig is dat wel anders. Voor veel vogelliefhebbers is het waarnemen van een zomertaling een bijzonderheid. Bij ons is dat meestal in het voorjaar tijdens de trek als ze rusten op de Hertogswetering. Maar de laatste Jaren kunnen we ze ook in de zomer zien in de plas-drasgebieden in de polders. De zomertalingen vinden daar weer de goede omstandigheden om tot succesvol broeden te komen. Op dit moment is het broedseizoen nog aan de gang, maar eind juli kunnen ze al weer op trek gaan naar het zuiden.
Nu een rode-lijstsoort
De zomertaling staat op de ‘Rode Lijst’ van bedreigde vogels en de schatting is dat er nog ongeveer 1000 tot 1400 broedparen over zijn in Nederland. Sinds de aanleg van de plas-drasgebieden zijn ze weer terug in polders rond Oss. In 2015 kwamen er 2 broedparen voor in de Lithse plas-dras. In 2016 waren er daar al 6 broedparen en 2 in Ravenstein. In 2018 zaten er al 8 in Lith, 2 in Maasdonk en 5 in Ravenstein. Dat betekent dat in goede jaren ongeveer 1% van de Nederlandse zomertalingen hier in de regio broeden. Wie had dat kunnen bedenken? En dat dankzij de aanleg van plas-drasgebieden in onze polders. 2020 en 2021 waren helaas vanwege de extreme droogte slechte broedseizoenen.
Meer over ‘Vogels in de polders rond Oss’.
Foto’s: Theo van Orsouw.