Geerbos en Insectentuin
Insectentuin in het Geerbos
De leden van deze werkgroep, bekend onder de IVN’ers als de Geerboswroeters, onderhouden de insectentuin in het Geerbos. In deze verwilderde tuin worden schuil- en nestplekken gecreëerd voor allerlei insecten en o.a. vogels en amfibieën.
Het streven is om een variatie van nectarbloemen, liefst inheems, en waardplanten voor diverse vlindersoorten hier te laten groeien en bloeien. De bijenflats bieden nestgelegenheid aan solitaire bijen en wespen. De waarnemingen worden door een aantal leden van de werkgroep bijgehouden, zodat wij weten welke bijen en wespen hier voorkomen. Op de foto hier middenonder een graafwesp, de gewone vliegendoder, ofwel mellinus arvensis.
Zij graaft een nestgang met aan het einde nestcellen. In elke cel stopt zij vliegen, legt daarbij een ei, waarna de larve de vliegen opeten. Na een jaar komt dan de nieuwe generatie graafwespen tevoorschijn.
Bijenwolf
De bijenwolf is een grote wesp, de mannetjes blijven echter veel kleiner dan vrouwtjes. Zij danken hun naam aan het feit dat zij bijen vangt. Het vrouwtjes zijn in staat met hun gevoelige reukzintuigen een bij van andere insecten te onderscheiden. De mannetjes houden zich hier niet mee bezig. Voedsel uit bloemen voor zichzelf en paren is hun bezigheid.
(Foto recht Bijenwolf, foto links Grote bladsnijder)
Grote bladsnijder
De Grote bladsnijder legt haar bevruchte eitjes, waaruit de vrouwtjes bijen komen achter in het gangetje b.v. een bijenhotel. Tussen elk eitje met voedsel komt een wandje van kleine stukjes blad. De voorste eieren worden mannetjes, deze eieren zijn dan ook niet bevrucht. Sluipwespen met een legboor van een aantal cm zijn in staat bij de eerste eitjes van de mannetjes een eitje te leggen. De eitjes van de bij zijn dan weer de voedselbron voor de sluipwesp. De vrouwtjes zijn in deze wereld een stuk belangrijker voor het voortbestaan. Mooi zoals de natuur dit regelt.
Oranjetipje
De rupsen van het Oranjetipje komen al na 9 dagen uit het eitje. Zij eten eerste de bloemen in hun directe omgeving op. Daarna de zaaddozen van hun waardplant o.a. de Judaspenning.. De mannetjes, die eerder uitkomen, gaan actief op zoek naar vrouwtjes om mee te paren. Na het afzetten van de eitjes gaat het vrouwtje snel dood. Het Oranjetipje overwinteren als pop.
(Foto recht Oranjetipje, links Urntjeswesp)
Urntjeswesp
Urntjeswesp maken hun nestje wat op een urn lijkt tussen de takjes van een struik of een muurtje op zonnige, open plekken, als er maar klei of leem in de buurt is. Hun kaken zijn zo ontwikkeld dat ze er een balletje van klei er tussen kunnen houden. Om de opening zit een randje waar ze zich met hun pootjes vast kunnen houden. Waardoor ze makkelijk hun prooien vaak rupsen van motten aan hun nageslacht kunnen geven.
De werkgroepleden en bezoekers aan de insectentuin kunnen ook genieten van alle planten en dieren die in de tuin leven. In de torrenhoek liggen oude boomstammen voor de kevers. Hier zijn ook prachtige paddenstoelen te bewonderen. Naaktslakken die zich te goed doen aan de bladeren van onze planten zijn ook welkom in de tuin.
Nestgelegenheid voor solitaire bijen en wespen.
Bijen in het Geerbos
Een bijenverhaal van IVN-Veghel
Foto’s Pieter van Breugel (39 pagina’s met informatie over solitaire bijen en wespen).
Bent u ook geïnteresseerd, wilt u meer informatie? Neem dan contact op!
Contactgegevens:
Werkgroepen – Geerbos en Insectentuin
Coördinator – Peter Otte
Tel: 06 2861 1246
e-mail: klik hier