De Aardehuizen

Hippies met geitenwollensokken, gratis wonen, zelfvoorzienend, vreemde mensen…Dat waren, om eerlijk te zijn, mijn eerste associaties met de Aardenhuizen in Olst. Niets bleek echter minder waar, na een hartelijk welkom en een leuk gesprek met bewoonster Ditte van Harten.

De ingang is in ieder geval sprookjesachtig. Een hele rits vrolijke brievenbussen vormt het ontvangstcomité. Ditte loopt met me mee door de ingang. “Er staan hier 23 woonhuizen waarvan de laatste eigenlijk pas net af is. Ook staat er nog een gemeenschappelijk gebouw, het ‘Middenhuis’. We hebben besloten dat een aantal huizen kaal werd opgeleverd; een paar muren, een vloer en een dak, dat was het wel. Dat komt omdat het hier zo lang een grote bouwput is geweest, dat de bewoners het een beetje zat waren. We hebben nu besloten dat we zelf verder klussen aan onze woningen. Dat duurt misschien wat langer, maar het is ook een stuk rustiger!”

“We doen gewoon boodschappen bij de supermarkt”

Ondertussen voelt het alsof ik door een openluchtmuseum loop. De huizen zijn heel open, met grote ramen en hoge plafonds. Een aantal woningen hebben vreemde koepels op hun dak die als zolder dienen. Het is een autoluwe buurt, waar kinderen vrolijk over straat rennen zonder om te kijken. “Dat is wel eens anders geweest”, zegt Ditte, “maar nu begint het te lijken op het ideaalbeeld wat we allemaal hebben.” Ze neemt me mee naar een ‘helofytenfilter’, een stuk grond opgebouwd uit zand en grind met daarin rietbeplanting “Deze helofyten filteren ons afvalwater zodat we het kunnen hergebruiken voor van alles en nog wat. Dat werkt als een tierelier, tot grote verbazing van veel mensen, haha!” 

Even later zitten we binnen, bij Ditte thuis. De woning is gloednieuw en het is totaal niet wat ik had verwacht. Een heel modern, ruim en prachtig huis! “Vaak wordt gedacht dat hier een hele groep boerenkinkels woont, in half ingestorte modderkrotjes. Maar veel mensen hebben bijvoorbeeld een kantoorbaan, of werken in de zorg. Lang niet iedereen is ook 24 uur per dag bezig met duurzaamheid hoor. Het huis waar we in wonen faciliteert een duurzame levensstijl, maar we zijn nog niet zelfvoorzienend, doen gewoon boodschappen bij de supermarkt en we kopen onze kleren in de stad!”

“Eigenlijk is het één groot sociaal experiment”

“Dit hele project staat of valt met de samenwerking tussen bewoners. Je moet het toch een beetje eens zijn met elkaar, als je hier dingen wilt realiseren. Daarom hebben we geregeld avonden waar we bij elkaar komen om van alles te bespreken. En we zetten pas iets door als geen van de aanwezigen een overwegend, beargumenteerd bezwaar heeft. Er wonen hier ongeveer veertig volwassenen, dus dat is soms een hele klus, maar over het algemeen werkt dit systeem goed. Eigenlijk is deze onderneming ook één groot sociaal experiment. Wat gebeurt er als je veertig mensen een eigen dorp laat bouwen? Dat is voor veel wetenschappers een interessante vraag, daarom komen hier geregeld onderzoekers over de vloer.”

“We zijn best druk geweest, de afgelopen jaren. We hebben zelfs nog een camping gedraaid voor alle vrijwilligers die hebben meegebouwd. Zelf hebben mijn partner en ik jaren in een stacaravan op de hoek van het bouwterrein gewoond. Veel mensen hebben echt een aantal offers moeten brengen, voordat ze eindelijk in hun huis konden trekken. Ik kom hier uit de omgeving, maar anderen moesten ander werk zoeken, hun kinderen naar een andere school doen…dat zijn best ingrijpende dingen. Omdat het nu pas rustig is, zal nog moeten blijken of het alle moeite waard was. Eén ding staat vast: je hebt iets gemist als je hier niet bij was. Maar, ik zou het niet nóg een keer doen. “

“De gemeente Olst is erg meewerkend geweest, gelukkig. Alle vergunningen hebben we vrij snel verkregen. Ze namen best een gok door dit project te steunen. Aan de andere kant kunnen ze ons nu in de etalage zetten. Een beter uithangbord voor een duurzame gemeente kun je niet vinden, toch? We hebben sinds kort een openbare groenstrook, waar iedereen uit de omgeving met ons mag komen tuinieren. Op die manier hopen we ook  de mensen uit de omgeving aan te trekken. Ik hoop wel dat we in de komende jaren het groene aspect van dit project onder handen kunnen nemen. Door met permacultuur te gaan werken hoop ik dat het er iets beter uit gaat zien hier. En ik hoop dat we uiteindelijk al onze energie zelf kunnen gaan opwekken. Als je hier over tien jaar terugkomt, eet iedereen uit zijn eigen tuintje, dat zou moeten kunnen. Als ik écht mag dromen hoop ik dat we een eigen stuk bos in beheer krijgen, zodat we ook zelfvoorzienend in de houtproductie kunnen worden. Of dat realistisch is? De tijd zal het leren.”