Doe-tip: maak je eigen compost
Je eigen compost maken. Hoe doe je dat?
Zelf composteren is een slimme én leuke manier om de kringloop klein te houden en je gft-afval om te toveren tot vruchtbare grond om zo gezonde planten, bloemen of groenten te kweken. Vanaf je balkon, in je eigen tuin of in de buurttuin; met de volgende tips is het maken van je eigen compost een peulenschil!
Tip 1. Kies een compostsysteem dat bij jou past.
Heb je een grote tuin? Kies voor een brede composthoop waarop je zowel je groente-, fruit-, en (veel van) je tuinafval kwijt kan. Bijvoorbeeld door drie schotten in een U-vorm in de grond te zetten, of vier paaltjes omwikkeld met gaas. Houd aan één kant de afscheiding laag zodat je de compost makkelijker kunt omscheppen, dat is belangrijk voor de zuurstoftoevoer. Wanneer je voldoende ruimte hebt kun je twee of drie bakken naast elkaar zetten. Zo kun je je compost zo nu en dan overscheppen en heb je weer een bak vrij voor een verse lading.
Ook op je balkon kan je een compostsysteem maken. Heb je twee rechterhanden? Dan kun je je eigen compostvat maken. Iets minder handig? Dan kun je er uiteraard ook gewoon een kopen, bijvoorbeeld van gerecyled materiaal. Of kies voor een wormenbak: een klein systeem waarin je wordt geholpen door compostwormen. Deze productieve beestjes smullen van jouw gft-afval en versnellen daardoor het proces.
Tip 2. Zorg voor een mix van groen en bruin.
Composteren is een rottingsproces: wormen, insecten, bacteriën en andere bodemorganismen zetten gft-afval om in compost met behulp van zuurstof. Wanneer bij dit proces niet genoeg zuurstof komt kunnen schadelijke broeikasgassen zoals methaan of lachgas ontstaan. Dat moeten we natuurlijk niet hebben! Het goed luchten van de composthoop door deze tweemaandelijks om te scheppen is daarom erg belangrijk. Een compostvat kun je zelfs het beste elke week luchten.
Ook de variatie van het afval en de hoeveelheid vocht is van invloed op de hoeveelheid zuurstof in de bak. Leg onderin een laag houtafval en voeg, om en om, gras, groente- en fruitafval (dit is vochtrijk en noemen we ‘groen’) en het drogere tuinafval (dit noemen we ‘bruin’) in laagjes toe. De ideale mengeling is één deel groen met twee delen bruin. Droogt je compost toch uit? Dan kun je het een beetje natsproeien. Een goed gevarieerde compostbak zorgt ervoor dat deze fris blijft ruiken.
Tip 3. Bepaal wat er op jouw eigen composthoop mag.
De temperatuur van jouw eigen composthoop is lager dan bij industriële compostering en daarom zijn er bij het zelf composteren extra restricties. Niet alles wat in de gft-bak mag, kan ook op de composthoop. Gekookte etensresten, dierlijke producten of vette etenswaren horen niet in de compostbak. Bladeren, eierschalen en groenteschillen doen het daarentegen wel weer goed. En koffiedik natuurlijk. Twijfel je of iets wel of niet mag? Op de website van Milieu Centraal vind je een uitgebreid overzicht.
Tip 4. Geef je compost een mooie bestemming.
Het moment is daar: na 4 tot 6 maanden is de compost klaar voor gebruik! Het ideale moment om een Tuiny Forest plantenpakket te bestellen, waarmee je jouw eigen biologische mini-bos aanlegt. Hiermee vergroot je niet alleen je eigen geluk maar draag je ook bij aan meer biodiversiteit.
Foto: Thomas Duiker
Aan de slag in de moestuin
Moestuinieren is ontzettend leuk maar niet altijd even makkelijk. IVN helpt je met handige tips en trucs om van jouw moestuin een succes te maken!
Meer leren over het maken van je eigen compost?
IVN Moestuinexperts Dorthy, Cora en Paul laten in onderstaand filmpje zien hoe ze zelf compost maken.