Schiphol Trade Park wil de groenste zijn
Bij Schiphol vind je zo’n 350 hectare waarvan een groot deel is gevuld met distributiecentra; een voormalig weiland vol grote panden. Toch beschouwen we Schiphol Trade Park, een ontwikkeling van gebiedsontwikkelaar SADC, als een icoonvoorbeeld voor Groene Bedrijventerreinen. Waarom? We spraken erover met Rob de Wit, projectmanager gebiedsontwikkeling en coördinator van Schiphol Trade Park.
Een toekomstbestendig gebied
Rob: ‘Wat we doen bij Schiphol Trade Park is pionieren. Circulaire ontwikkeling op bedrijventerreinen is relatief nieuw. In plaats van zoveel mogelijk ruimte benutten voor bedrijfspanden en parkeerplekken, wordt steeds meer waarde gehecht aan ecologie, welzijn en leefomgeving, ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit. We noemen de gebruikers van onze bedrijfsterreinen niet voor niets onze bewoners.’
Hier liggen kansen voor het ontwikkelen van business parks tot duurzame landschappen waar zowel de mens als de natuur goed kunnen gedijen. Daar zet SADC zich op Schiphol Trade Park en haar andere business parks voor in. Veel publieke ruimte was in de eerdere planvorming verhard, maar door slimme optimalisatie van de infrastructuur kan veel meer groen worden. Rob: ‘Over twee jaar verwachten we het resultaat te zien in de openbare ruimte. De gebouwen worden voor een groot deel al groen tijdens het aankomend plantseizoen. En we hebben haast, want goede voorbeelden openen de weg voor alle andere bedrijventerreinen in Nederland. Dus hoe sneller het resultaat zich toont, hoe groter de impact!’
Duurzaamheid uitstralen
Dat er veel winst te behalen is staat als een paal boven water. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het gros van de bedrijventerreinen een inspiratieloze omgeving is. Terwijl hier zo’n 30% van de banen in Nederland te vinden is! Er zijn meer vooruitstrevende ontwikkelaars nodig. De enige manier om het beter te gaan doen is door natuur toe te voegen en te luisteren naar de behoefte van de eindgebruiker. Waar we tien jaar geleden bij de term ‘duurzaam ontwikkelen’ dachten aan zonnepanelen, beseffen we nu dat het daar niet ophoudt. Duurzaam bouwen vanuit enkel technisch oogpunt is inmiddels een verouderd concept. Nu beseffen we dat we het ook zíchtbaar moeten maken. Een terrein moet duurzaamheid uitstralen zodat men het als zodanig ook kan ervaren. De behoeften zijn veranderd; de nieuwe generatie wil zich goed voelen en in een fijne omgeving werken. Werkgevers en ontwikkelaars moeten hier rekening mee houden, inspelen op de behoeften en terreinen creëren waar werknemers (de bewoners) zich prettig voelen.
Rob: ‘Voor Schiphol Trade Park hebben we onderzocht wat wij kunnen doen om het gebied groener en duurzamer te maken. Een groot deel van de geplande verharding kon weggehaald worden, wat bovendien geleid heeft tot een meer logischere infrastructuur. Saillant detail is dat we ook kosten besparen nu we minder infrastructuur aanleggen, en slechts een beperkt deel van die gelden nodig is voor de groenere inrichting. Het resultaat straks: prettige en zelfs recreatieve looproutes, onverharde paden en veel meer groen. Een uitnodigende parkachtige omgeving waar mensen de natuur kunnen beleven en die gezond gedrag stimuleert.’
Dat klinkt logisch maar deze focus was er voorheen minder. Nu zijn we ons veel meer bewust wat een groene, gezonde omgeving met ons kan doen. In een woonomgeving zien we dit al volop gebeuren, daar vinden we vergroening al langer belangrijk. Nu is het tijd om samen te kijken hoe we ook de werkomgeving en bedrijventerreinen gezonder en groener kunnen inrichten.
Daktuinen en rotswanden
Daarom stelt SADC strenge duurzaamheidseisen aan klanten op Schiphol Trade Park. Een technisch duurzaam gebouw dat voorheen vooruitstrevend was , is niet meer voldoende. Gebouwen moeten zorgen voor een attractief beeld en een zichtbare groene invulling krijgen, als onderdeel van een natuurinclusief gebied. Een onderliggend ecologisch plan is bij elke ontwikkeling een harde voorwaarde geworden. Veel overtuigingskracht is niet nodig, ontwikkelaars en eindgebruikers omarmen deze nieuwe standaard en nemen ook hun verantwoordelijkheid. Want die traditionele distributiecentra kunnen best wel wat anders vormgegeven worden; daktuinen, groendaken, rotswanden, vlinders en vogels, water en energie. Het lijkt zelfs een soort wedstrijdje te worden onder architecten en ontwikkelaars: wie kan het mooiste groene gebouw neerzetten? Bij al deze partijen ziet SADC steeds meer energie om het verder te ontwikkelen en voor een hogere kwaliteit te gaan.
Ontwikkelen vanuit een coalitie
‘De conservatieve manier van gebiedsontwikkeling moet plaatsmaken voor een nieuwe benadering waarbij natuurinclusief de norm is’, stelt Rob. Schiphol Trade Park betrekt partners als TU Delft, Universiteit Wageningen, Vogelbescherming, NL Greenlabel, RVO en IVN bij hun plannen voor vergroening. Deze partijen denken met SADC mee hoe de leefomgeving van bewoners als bijen, vogels en andere dieren kan worden behouden. Samenwerken met partners en universiteiten biedt daarnaast mooie kansen voor wetenschappelijk onderzoek. Het gebied leent zich enorm goed voor verschillende onderzoeken en kennisontwikkeling. ‘Zo kunnen we straks onderzoeken wat de effecten zijn van duurzame bedrijventerreinen.’
Gebiedsmanagement
Als er zoveel groen een gebied in komt en dit zelfs onderdeel wordt van de architectuur, dan is de integratie van beheer en onderhoud in je plannen noodzakelijk. Niet alleen om de gevels en terreininrichting groen te krijgen en te houden, maar goed natuurbeheer vraagt om expertise. Goed functionerend gebiedsmanagement door de ondernemers zelf levert hieraan een belangrijke bijdrage. Gebiedsmanagement van en voor ondernemers waarborgt de leefkwaliteit van het gebied en het waardebehoud van gebouw en terrein.
Duurzaam, innovatief en groen
Rob: ‘We zijn nu het meest duurzame en innovatieve business park, maar straks ook het groenste business park van Europa. Om die koppositie vast te houden moet je steeds je ambitie monitoren en nadenken over hoe je jezelf kunt verbeteren. Tenslotte wordt in de huidige economie de vraag naar distributiecentra alleen maar groter. SADC staat voor financieel rendement maar ook voor maatschappelijk rendement. Dat is onze drijfveer. Het gaat er om dat je economische groei stimuleert op zo’n manier dat je tegelijkertijd de leefkwaliteit verhoogt. Een meerwaarde voor iedereen.’