Bijen verkopen zichzelf, met een beetje hulp van Arnhem Zoemt
‘Let wel op, want het is verslavend!’ vertelt Astrid van Arnhem Zoemt vaak, als buurtbewoners aan de slag gaan voor de wilde bij. Astrid vertelt ons over de aanpak van Arnhem Zoemt, want mede dankzij de inzet van Arnhem Zoemt en alle initiatieven in straten en buurten is Arnhem bekroond tot Bijvriendelijkste Gemeente van 2022.
Lookmaskerbij, heggenrankbij, kattenstaartdikpoot, knautiabij. Praat tien minuten met Astrid en de wilde bijen vliegen je om de oren. Astrid Boerkamp is vrijwilliger bij en een van de drijvende krachten van Arnhem Zoemt, en wild enthousiast over wilde bijen. Dat enthousiasme weet ze als geen ander over te brengen, al komt dat volgens haar door de bijen zelf: ‘Bijen verkopen zichzelf heel goed, maar je moet mensen er wel op wijzen dat ze er zijn. Neem nou de pluimvoetbij. Als ‘ie aan het graven is, denk je: graaft zo’n klein beestje zó’n diepe gang? Of de bladsnijder, die een perfect rondje uit een blad kan snijden, terwijl ons dat met allerlei gereedschap nog niet lukt. Maar je moet wel weten waar je op kunt letten. Als mensen bijvoorbeeld prachtklokje in hun tuin hebben, dan vertel ik ze om ’s ochtends vroeg even in het klokje te kijken. Dikke kans dat de klokjesdikpoot in het bloemetje heeft overnacht.’
Adopteer een bij
Een van de grote successen van Arnhem Zoemt is het Adopteer een bij-programma. Astrid: ‘De wereldwijde achteruitgang van biodiversiteit is zó groot, niet behapbaar. Het werkt verlammend. Daarom maken wij het klein en simpel: we brengen het terug naar één bij en één plantje. We richten ons op oligolectische bijen, dat zijn bijen die van een beperkt aantal planten afhankelijk zijn. Zo is de klokjesbij bijvoorbeeld afhankelijk van een klokje als campanula. Die bijen geven we met Adopteer een bij een gezicht.’ Het werkt als volgt: een straat of buurt meldt zich aan, en adopteert een leefgebied voor een wilde bij. Welke bij, dat kunnen ze zelf kiezen. Vervolgens geeft Arnhem Zoemt zaadjes voor planten waar die bij voedsel kan vinden. De buurt kweekt de zaadjes op en verspreidt de plantjes in de wijk. Bij elke adoptiebij heeft Arnhem Zoemt een factsheet, een A4’tje met informatie over die soort. Die factsheets kunnen andere gemeentes ook gebruiken, want Arnhem Zoemt deelt haar kennis en aanpak graag.
Netwerken en samenwerken
Arnhem Zoemt is in 2016 opgericht en richt zich specifiek op wilde bijen in de stad. De stichting ondersteunt initiatieven in straten en buurten, zodat zij zelf aan de slag kunnen. Ook delen de vrijwilligers hun kennis, via lezingen of een kraam op plantenmarkten. ‘We hebben een heel breed netwerk,’ vertelt Astrid. ‘We vinden elkaar en we gunnen elkaar wat, iedereen doet waar ‘ie goed in is. En dat werkt, alles valt heel mooi samen. Ook het contact met de gemeente loopt goed: we weten elkaar te vinden en alles is bespreekbaar. Ook als iets niet kan, of als iets niet goed is gegaan. Als er bijvoorbeeld per ongeluk toch een stukje te vroeg is gemaaid, dan bespreken we hoe het beter kan. We zetten geen boos bericht op social media. Ja, zo’n mooie samenwerking met de gemeente maakt Arnhem Zoemt tot een succes.’
Lees hier meer over de aanpak van Gemeente Arnhem.
De zeisbrigade
Arnhem Zoemt is voorlopig nog niet uitgezoemd, er zijn nog veel plannen en ideeën. Zo zijn ze net begonnen met het oogsten van zaden. Een groepje vrijwilligers gaat dan ’s avonds een uurtje zaden plukken, van klaprozen bijvoorbeeld, of rolklaver, of knoopkruid. Die zaden worden vervolgens weer uitgedeeld. ‘Zaden oogsten willen we nog verder uitbreiden, en we willen ook meer planten opkweken. We gaan door met lezingen geven, we zijn nu bijvoorbeeld samen met EIS bezig met een cursus over bijen herkennen. Zo kunnen we straks nog meer gaan bijdragen aan de verspreidingsgegevens van wilde bijen in Arnhem. En we hebben nog een droom: een Arnhemse zeisbrigade. Vaak wordt nu met zware machines gemaaid, terwijl dat met een zeis veel bijvriendelijker kan. Dan zeis je net om een bloeiende bloem heen en kan je veel gerichter beheren. Maar werken met een zeis is wel een vak apart. Het lijkt me dan ook fantastisch als we een zeisbrigade hebben die heel de stad door gaat, en dat de buurtbewoners helpen met harken.’
Al 10 bijenwijken
De aanpak van Arnhem Zoemt werkt. Niet voor niets dat al in 10 wijken Arnhemmers zich inzetten voor hún wilde bij. En dat maakt Astrid nog enthousiaster: ‘Ik krijg hier veel energie van, het is heel leuk vrijwilligerswerk. Daar waar energie zit help je, je zorgt ervoor dat het vlammetje niet uitdooft. Door bureaucratie bijvoorbeeld, of door een beperkt budget. Dan denken we mee over oplossingen, en dat lukt eigenlijk altijd wel. We maken het makkelijk én leuk. En als mensen dan één adoptiebij in hun tuin hebben, zeg ik: ‘misschien wil je er nog wel één?’’