2017 02 Een opgewekte stadsvogel, Gert-Jan Roebersen

Een gewone vogel, onopvallend, maar hij zingt vrolijk en imiteert soms wijsjes van andere vogels. We hebben het over de spreeuw. Natuurpionier Jac. P. Thijsse had als eigendomsmerk in zijn boeken een groepje spreeuwen, met als motto ‘onbekommerd’.

De spreeuw is een typische vogel van de stad, want hij broedt in of aan huizen. Maar het zijn er flink minder dan in de vorige eeuw: eind jaren zeventig waren er omstreeks een miljoen broedparen in ons land, nu nog maar een kwart daarvan. Na de broedtijd zijn er uiteraard veel jonge spreeuwen, maar daarvan overleeft een groot gedeelte de eerste winter niet. De afname is deels veroorzaakt door gebrek aan nestgelegenheid: in nieuwbouw zitten minder kieren en spleten waarin een spreeuw kan nestelen. Verder is de voedselsituatie verslechterd: spreeuwen foerageren in weilanden om eiwitrijk dierlijk voedsel te vinden, zoals emelten (larven van langpootmuggen) en rupsen. Door bestrijdingsmiddelen zitten er steeds minder insectenlarven in het boerenland. Als gevolg hiervan krijgen de jongen minder dierlijk voedsel en meer vruchten, waardoor het broedsucces afneemt. Op golfterreinen en voetbalvelden worden wel nestkasten voor spreeuwen opgehangen omdat die het grasland vrij houden van emelten, die aan de graswortels knagen!

Deze gewone vogel is toch een opvallende verschijning door zijn kleuren. Na de rui in de herfst heeft de spreeuw witte puntje aan de uiteinden van de veren, dan is hij zwart met witte spikkels. Maar na de winter zijn de veren afgesleten, en dan is de zwarte vogel juist op zijn mooist: in het zonlicht zie je prachtige groene en blauwe iriserende kleuren. Met zo’n uiterlijk kan het mannetje proberen een vrouwtje te versieren. Ook versiert het mannetje het nestje met bladeren en bloemen.

De spreeuw is bij uitstek een sociaal levende vogel: in grote aantallen bezetten zij luid kwetterend groepen bomen, maar ook het dak van het Amsterdamse Centraal Station. Dit gebeurt dan bij voorkeur tegen zonsondergang, als zij massaal naar hun slaapplaatsen trekken. Op die slaapplaatsen wisselen zij waarschijnlijk informatie uit over geschikte voedselplekken. Beroemd zijn de “dansende” spreeuwen, die in wolken van soms wel 10.000 exemplaren keurig gecoördineerd heen en weer vliegen. Dat doen zij vooral ook als zij worden verjaagd, bijvoorbeeld bij Schiphol.

De mens is behalve ongewilde helper ook een vijand van de spreeuw. In vroeger eeuwen hingen mensen een “spreeuwenpot” op, een aardewerken pot met een kleine invliegopening en een groot gat dat tegen de muur werd geplaatst. Als de jongen bijna uitvlogen en dus extra vet waren, werden zij eruit gehaald en opgegeten. In boomgaarden worden lastige spreeuwen verjaagd met kanonschoten of gedood. Toch is de spreeuw een leuke en intelligente vogel. Let u er maar eens op, als hij in uw tuin naar voedsel zoekt of vrolijk op de nok van het dak zit te zingen!

Gert-Jan Roebersen
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.