2017 03 De oeverzwaluw, Aleid Offerhaus

“Voorjaar ’76: ’s Avonds zag mijn moeder in een zandhelling allemaal zwaluwen op en neer vliegen, gaatje in, gaatje uit. Dit bleken oeverzwaluwen te zijn. Dit gebeurde op de dijk, waar de zogenaamde ringspoorbaan werd gebouwd. Hierna gingen we vaak kijken. We vertelden het aan niemand, waarom? Als er teveel mensen naar komen kijken dan kwamen er waarschijnlijk geen zwaluwen broedden”

Dit schreef mijn broertje van tien 40 jaar geleden in een blaadje, ‘de IJsvogel’, dat hij zelf redigeerde, spreekbuis van een vereniging, ‘de Aalscholver’, die hij zelf had opgericht (5 leden). Die zogenaamde ringspoorbaan is nu één van de verkeersaders, die langs het WTC loopt. De oeverzwaluwen zijn er niet meer. Het jaar daarop is de zandwand afgegraven.

In 2007 werd de afrit van de A9 bij Amstelveen-Oost verlegd en in één van de zanddepots die daar bij het verleggen was geplaatst, vestigde zich een groep Oeverzwaluwen. Dit keer was het niet een 10-jarig jongetje, maar de voorzitster van onze vogelwerkgroep, Marleen Andriessen , die de aandacht op deze gevleugelde opportunisten vestigde; de handschoen werd opgepakt door de gemeente en een jaar later was Amstelveen een heuse oeverzwaluwwand rijker. Tot op de dag van vandaag hebbend daar ieder jaar ca. 20 paartjes in gebroed. De komst van de eerste Oeverzwaluwen is in ieder geval onder vogelminnende Amstelveners elk jaar weer een feest.

Riparia riparia, Latijn voor ‘bij de oever behorend bij de oever behorend’, is een soort, die in heel Midden- en Noord-Europa broedt, maar die, als de dagen korter worden en de insecten opraken, zoetjes aan naar het Zuiden trekt. Daar zowel als hier vinden ze wat ze nodig hebben: water, oevers en insecten. De delta’s van de Senegal, de Niger en het stroomgebied van de Congo worden in de maanden september tot en met april overspoeld met zwaluwen, want in de vortex van de Oeverzwaluw, vliegt ook nog praktisch de gehele Huis- en Boerenzwaluwpopulatie van Europa naar Afrika.

avn oeverzwaluw Aleid OfferhausDat ze hier niet altijd terugkomen, heeft te maken met de barre omstandigheden waarin ze soms terechtkomen. Onderweg vliegen ze over de grootste en heetste woestijn op aarde, de Sahara, en dat is bepaald niet zonder risico. Eenmaal op hun bestemming aangekomen, kan het gebeuren dat regen uitblijft, zoals in de jaren ‘70 gebeurde. Een drama voor de bevolking, maar evengoed voor de vogels: de hele voedselketen van de zwaluw valt dan in duigen: Geen bloeiende planten, geen insecten, geen water, geen larven, geen voedsel, geen leven.. ‘Gelukkig’ lijkt het in de Sahel nu natter te worden, dank zij de opwarming van de Noord -Atlantische oceaan en de Middellandse Zee. Het verdampte zeewater vindt zijn weg naar de Sahel en valt daar terug op de aarde. Goed nieuws voor onze vogels…..

Dat ontslaat ons niet van de verplichting die we hebben om ervoor te zorgen dat áls ze er dan in slagen om terug te keren ze ook daadwerkelijk kunnen broeden.

Jaarlijks maakt de vogelwerkgroep van IVN Amstelveen daarom de oeverzwaluwwand schoon en vult haar weer met een mengsel van leem en zand. De gemeente leent haar tuinman (en IVN-er) Jaap Garos uit, die de leden als een ware heen-en-weerwolf van en naar de wand vaart (en zelf ook nog meehelpt)

Mijn broertje is ‘m allang gevlogen: voor hem was de Sahara te groot, maar het plezier in de terugkeer van de Oeverzwaluwen is gebleven.

Aleid Offerhaus
Natuurgids IVN Amstelveen

Het is verboden deze column te dupliceren of te gebruiken zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver/fotograaf/tekena(a)res.